APOSTELEN:
Vool je alle woede van de wereld
Wijken voor de zoete waan van wijn?
Even wil ik vrij zijn
Van al mijn vragen,
Laat het leven voor één avond vredig zijn.
Ja, ik ga het maken als apostel!
Mooi dat heel de wereld mij dan kent.
Later, met pensioen,
Schrijf ik mijn memoires
Als een soort eigen nieuwe testament.
JEZUS:
De dood
Veroorzaakt door je vrienden
Die doet het meeste pijn.
Neem deze wijn
Hij vloeit zoals mijn bloed.
Neem ook dit brood
Het breekt zoals mijn lichaam.
De dood …
Drink nu mijn bloed als wijn,
Eet nu mijn lichaam als brood.
En misschien gedenk je mij
Ook voorbij de dood.
Ik moet wel net gek zijn
Jullie aan mij denken?
Dat is pas echt idioot!
Kijk maar niet zo blanco
Wie zal mij nog kennen
In de minuut na mijn dood?
Eén zal mij versmaden,
Eén zal mij verraden
APOSTELEN:
Nee!
Ik niet!
Onmogelijk!
JEZUS:
Petrus, jij versmaadt mij
Later, als de haan kraait,
Loochen je mij drie keer.
Maar ik voorzie nog meer:
Iemand hier aan tafel,
Een van mijn twaalf vrienden
Zal mij gaan verraden
JUDAS:
Doe niet zo dramatisch!
Wijs dan gewoon mij aan
JEZUS:
Ga dan speel je rol maar
JUDAS:
Jij wil dat ik doorga?
JEZUS:
Laat ze maar niet wachten
JUDAS:
Vraag je niet naar de reden?
JEZUS:
Die kan me echt niet schelen!
JUDAS:
Jij speelt nu voor Heiland,
Mij maak je de vijand
JEZUS:
Lieg je! jij Judas.
JUDAS:
Zeg dan wat ik doen moet!
Als ik nou es stop met dit hele evangelie
Wat zou je dan doen?
JEZUS:
Doe het en ga.
Jij deed een keuze,
Nou leef dan na
Ga!
APOSTELEN:
Altijd dat gedonder met die kerel!
En hij kan dus ook niet tegen wijn!
Waarom heeft die vent
Nou zo’n temp’rament?
Kan het even voor één avond vredig zijn?!
Dit kun je niet maken als apostel!
Strakjes raken wij nog slecht bekend.
Waarom vormt die vent niet zijn eigen fractie?
Nou, hij schrijft maar zijn eigen testament.
JUDAS:
Jij trieste, zieke man!
Is dit dan wat je wou?
Een droom gaat naar de kloten,
Allemaal dour jou.
En wat het allerziekste is:
Dat het moest op zo’n manier,
In de boeien als een dief,
En dan bloeden als een dier.
Wat moet ik met zo’n god?
Zo’n wereld vreemde god
Zo’n arrogante, waardeloze,
uitgekakte god!
JEZUS:
Ga weg!
Ze wachten!
Ga weg!
Ze wachten, ze wachten op jou!
JUDAS:
Jezus als ik kijk naar jou,
Dan denk ik constant:
Waarom liep zo’n mooie loopbaan
Zo uit de hand?
Meet een beetje planning
Was je nooit zo gestrand.
Oh
APOSTELEN:
Voel je alle woede van de wereld
Wijken voor de zoete waan van wijn?
Even wil ik vrij zijn
Van al mijn vragen,
Laat het leven voor één avond vredig zijn.
Ja, ik ga het maken als apostel!
Mooi dat heel de wereld mij dan kent.
Later met pensioen,
Schrijf ik mijn memoires
Als een soort eigen nieuwe …
JEZUS:
Wil niemand met mij waken gaan?
Petrus? Johannes? Jacobus?
Wil niemand meer naast me staan?
Petrus? Johannes? Jacobus?